Globale ontwikkeling

Op de kleuterleeftijd krijgen kinderen door dat er allerlei regels zijn. Ze leren bijvoorbeeld dat je niet zomaar aan je piemel mag zitten waar andere mensen bij zijn. Ook vinden ze het interessant om verschillen tussen jongens en meisjes te ontdekken. Ze gaan steeds meer vragen stellen en willen bijvoorbeeld weten waar baby’s vandaan komen. De meeste kinderen zijn op deze leeftijd overdag al zindelijk; ze worden nu ook ’s nachts zindelijk.

Specifiek voor anorectale malformatie/de ziekte van Hirschsprung

Voor kleuters met een anorectale malformatie of de ziekte van Hirschsprung kan hun onderlichaam iets zijn wat vaak pijn heeft gedaan. Dat is anders dan bij andere kinderen. De dokter komt er wellicht vaak aan en papa en mama ook. Ze ontdekken wel dat er verschillen zijn tussen jongens en meisjes, maar begrijpen nog niet zo goed dat het er bij hen ‘anders’ uitziet dan bij andere kinderen. In de klas kunnen zij merken dat andere kinderen wel zindelijk zijn en zij wellicht niet.

Oplossingen

Hoe kunt u uw kind in deze leeftijdsfase ondersteunen bij de seksuele ontwikkeling?

U kunt uw kind nu al helpen om zijn lichaam ‘gewoon’ te vinden ondanks de aandoening. Stel je kind gerust en leg uit dat het helemaal niet erg is als hij in bed of in de broek plast of poept, want daar kan hij niets aan doen. Dat komt gewoon omdat zijn poepgaatje anders is.

​Wanneer uw zoon nog niet zindelijk is, vertel hem voordat hij naar de basisschool gaat, dat de andere kinderen daar geen luiers meer dragen. Leg uit waarom dat zo is en maak duidelijk dat hij er niks aan kan doen dat hij is geboren met een ander poepgaatje. En dat hij niet de enige is: er zijn meer kinderen en ook grote mensen bij wie dat zo is.

​Geef bij de inschrijving op school aan dat uw kind geboren is met een anorectale malformatie of de ziekte van Hirschsprung. Bespreek wat dat betekent. Praat ook met de leerkracht: bespreek wat uw kind nodig heeft en hoe u de klasgenoten en hun ouders wilt informeren. Wees open over zijn onzindelijkheid door er met leerkrachten, familieleden en ouders van vriendjes over te praten. Het is fijn als uw kind zoveel mogelijk gewoon meekan naar logeerpartijtjes en uitjes. Voorkom dat andere ouders voor verrassingen komen te staan en zorg dat de ouders van vriendjes/vriendinnetjes goed zijn geïnformeerd.

​U kunt over al deze zaken vooraf advies inwinnen bij het behandelteam (verpleegkundig specialist, stoma-continentieconsulente, pedagogisch hulpverlener of psycholoog) of de patiëntenvereniging. Zij hebben vaker met dit bijltje gehakt en zetten mogelijkheden en oplossingen voor u op een rij, zodat u de keuzes kunt maken die het beste bij u en uw kind passen.

Van de school mag u verwachten

• dat de aandoening wordt geaccepteerd en dat u ondersteuning krijgt bij het informeren van klasgenoten en ouders

• dat de leerkracht uw kind erop attendeert als het tijd is om zich te verschonen of medicijnen in te nemen

• dat er een veilige plek is waar uw kind zich kan verschonen zonder dat andere kinderen de luier of de stoma kunnen zien (bijvoorbeeld het medewerkerstoilet).

Het verschonen van uw kind maakt geen deel uit van het takenpakket van de medewerkers.

Meer weten?

Over onzindelijkheid bij peuters

Over de ouder-kindrelatie bij chronisch zieke kinderen